Bomenkap Bleiswijkse Zoom. Gemeente Lansingerland.
Vanuit mijn oude professie, bijna 25 jaar bos- en natuurbeheer, schrijf ik dit stukje over de ongehoorde houtroof zoals die gaande is in het recreatiegebied Rottemeren.
Het gaat over de uitvoering van de kap die nodig zou zijn vanwege de essentaksterfte. Een handeling die op zijn minst discutabel is, zie daarvoor de website van de Landbouw Universiteit Wageningen https://www.wur.nl/nl/nieuws/Niet-elke-es-gaat-dood-aan-essentaksterfte.htm. Staatsbosbeher wagt het zelfs om te zeggen dat zieke essen “zomaar” kunnen omvallen op auto’s of mensen, en dat willen ze natuurlijk niet op hun geweten hebben. Simpel, een boom die dood gaat en verrot, zodat er kans is op omvallen, doet daar jaren over. Tijd genoeg om die gevaarlijke boom te verwijderen dus. En zeker geen reden om alles maar om te zagen.
Tijdens de verwijdering wordt met veel te zwaar materieel het hout gekapt en uitgereden. Overal langs de paden zijn bomen en struiken beschadigd en in de percelen is de complete ondergroei verdwenen. Zou allemaal nog kunnen ware het niet dat de overblijvende bomen, de bomen waarmee we verder moeten en dus het “kapitaal”van het overblijvende bos, voor meer dan de helft beschadigd zijn door het kappen en uitrijden. Er zal nog wel meer, niet zichtbare, schade zijn want tijdens het werk zijn stammen opgestapeld tegen blijvende bomen. Hiermee beschadig je onder de bast ook weer het groeigedeelte van de stam. Sommige bomen zijn zelfs de helft van hun stam kwijt door onzorgvuldig kappen en uitrijden van de stammen. De vraag is of de blijvende bomen het zullen houden. Beroofd van de steun van andere bomen valt het te bezien of ze bestand zijn tegen storm of sneeuw.
Nog vreemder is dat het complete eiland in de Bleiswijkse Zoom van zijn gezonde populieren ontdaan is. Hier kunnen geen mensen komen en “plots omvallende bomen” kunnen hier nooit een probleem vormen Er gaan al zoveel grote bomen om die zg. ziek zijn dat het onbestaanbaar is om nog meer grote, gezonde bomen te kappen. Efficiency kan geen reden zijn, de populieren waren nog sterk en gezond en om de kap te realiseren moest er een pontonbrug worden gebouwd en een stuk randbeplanting gerooid. Geen zaken die je dus “effe meeneemt”. Reden lijkt echter duidelijk, langer wachten zorgt er voor dat de bomen te dik worden om nog door de industrie te kunnen worden verwerkt. Houtoogst is dus de drijfveer. Langs de Merenweg zijn grote eiken gekapt. Ook iepen, esdoorns en wilgen zijn niet gespaard gebleven. Onnodig, ze waren gezond en je moet nu gewoon alle overgebleven bomen koesteren om nog een beetje bos over te houden. In tegenstelling tot wat eerder werd gezegd door Staatsbosbeheer wordt hout gewoon in het bos opgeslagen. Vele tonnen hout drukken de bodem ineen waardoor boomgroei onmogelijk wordt. Hiermee wordt het bos ondergeschikt gemaakt aan de logistiek van houtoogst.
Deze winter zal de schade pas in volle omvang zichtbaar zijn. Het blad is dan van de bomen waardoor de afgebroken toppen, gescheurde takken en stambeschadigingen zichtbaar worden. En ook hoe weinig er is overgebleven van het bos.
Bijna vijftig jaar bomengroei wordt hier in één nazomer teniet gedaan. De techniek van vellen en uitrijden is uitsluitend gericht op efficiënte houtoogst. Bosbouwtechnisch is het een aanfluiting. Iedere bosbouwer en natuurbeheerder zal zijn ingrepen minimaliseren ten behoeve van een goed functionerend bosecosysteem. Heel bevreemdend is dat bij een dergelijke grote ingreep op beheerniveau er nauwelijks tot geen toezicht is door de mensen van Staatsbosbeheer. Wij hebben weken het werk van nabij kunnen aanschouwen maar nimmer hebben wij begeleiding gezien door Staatsbosbeheer tijdens de uitvoering.
Vertelt Staatsbosbeheer ons niet dat er een mooier en gevarieerder bos terug zal komen? Kan enkele jaren duren, zeggen ze. Ik heb gewerkt in het beheer van bos en natuurterreinen en kan u zeggen dat er nog nooit een bos gegroeid is in enkele jaren. Wel wordt hier de ontwikkeling van decennia in enkele weken gesloopt. Drijfveer: ordinaire houtroof.
Tot besluit de opmerking die ik al eerder geventileerd heb richting Staatsbosbeheer: “Er is bij u geen liefde voor het vak”.
Schrijf een bericht