In Rotterdam Noord, wijk Bergpolder, Fransen van de Puttestraat, werd de afgelopen dagen rigoureus gesnoeid in tientallen oude bomen, zonder inventarisatie vooraf van eventuele nesten. In een esdoorn bleek een groot nest te zitten – mogelijk van een ekster – dat ik zelf enkele dagen heb moeten bewaken: door met de man op de hoogwerker te praten (die gewoon zijn opdracht uit moest voeren), een affiche op de boom te hangen – getuigen! – en vervolgens de boel voor de zekerheid toch nog even in de gaten te houden toen de boomwerkers de volgende ochtend vroeg terug kwamen. Hoewel de lage takken van de esdoorn ‘in de doorgang’ hingen, en dus officieel weg moesten, werd de boom gelukkig niet verstoord en is dit nest gelukkig gespaard, inclusief de beschermende takken eromheen.
Minder goed liep het af met een oude populier op een binnenterrein aan de Borgesiusstraat, die nog diezelfde dag werd gekapt en volledig aan stukken gezaagd. Op de vraag wie daartoe opdracht had gegeven, kreeg ik als antwoord dat het ging om een ‘particulier’, die naar eigen zeggen ‘eigenaar’ was van de boom en dus geen kapvergunning nodig had. Ik heb het uitgezocht en helaas: dat bleek te kloppen, dat wil zeggen: sinds de nieuwe ‘omgevingswet’. Wel moet er in dat geval vooraf worden geïnventariseerd of er nesten aanwezig zijn. Een en ander blijkt de verantwoordelijkheid van zeven ‘boswachters’ (voor heel Rotterdam, met een keur aan andere taken!). Na een telefoongesprek met één van deze boswachters bleek dat de handhaving in de praktijk weinig om het lijf heeft. Volgens hem kan er alleen iets worden gedaan in geval van een ‘heterdaadje’: iemand merkt tijdens de kap een nest op, en weet de kap onmiddellijk stil te leggen (boswachter bellen, maar voordat je hier een nummer van hebt gevonden ben je enkele uren verder: eerst centraal stadsnummer (14010), dan als je veel geluk hebt doorverbonden met de afdeling gebiedsontwikkeling – nooit iemand aanwezig! – en uiteindelijk hopen dat er bij de ‘boswachters’ waarnaar je uiteindelijk verwezen wordt iemand opneemt…). Of je moet tenminste achteraf kunnen aantonen dat er in de boom een nest aanwezig was. In dit geval werd het hout zeer snel afgevoerd, en of er een nest in de boom gezeten heeft was niet te zien.
De kap van oude bomen op binnenterreinen is slecht voor de vogels en vleermuizen, en zelfs voor de ‘leefbaarheid’ (hittestress) van omwonenden, om het nog niet te hebben over de waterafvoer bij hevige stortbuien. Als deze ‘particulier’ na twee jaar weer verhuist, is de boom voor generaties verloren! Helaas zal het vele binnenterreinen zo vergaan in de komende jaren, als we niets doen. De omgevingswetten blijken vergaand uitgehold als het gaat om bescherming van flora en fauna!
Blogwachter.
Schrijf een bericht