Massakap Gaasterland

1024 948 Meldpunt Bomenkap

Melding:
Ik stuur u graag bijgevoegd artikel over de door Staatsbosbeheer uitgevoerde drastische kap van bomen in Gaasterland. SBB probeert al weer enige jaren in de luwte te opereren na kritiek op haar functioneren in het afgelopen decennium. Er is echter niets veranderd in haar productiegerichte beleid. Ook niet in de provincie Friesland.

Ik woon sinds twee jaar in Zuid-West Friesland, maar ik zie sindsdien elk jaar met lede ogen de maanden december/januari tegemoet want dan beginnen de hak- en sloopwerkzaamheden van dit agentschap dat rechtstreeks onder met ministerie van landbouw valt. Vooral in 2022/23, met de energiecrisis in volle gang, worden er drastische gaten geslagen in de Gaasterlandse bossen. Als men alhier nog iets van bos in de toekomst  wil overhouden dat is enige bekendheid en actie vereist. En dat heb ik het nog maar niet over de natuurwaarden. De Gaasterlandse bossen vervallen weer tot productiebos en het is geld verdienen voor SBB dat tegenwoordig financieel zijn eigen broek moet ophouden.

Ik was ooit de initiatiefnemer van verzet tegen de massale bomenkap van de gemeente Haarlemmermeer in een park uit 1900 in Nieuw-Vennep . De slag om het Dr. Van Haeringenplantsoen duurde drie jaar van 2017 tot 2020 en kreeg landelijke radio en regionale tv aandacht. In de Randstad wordt vaak om elke boom gevochten en juist in die jaren kwam ook het wanbeleid van SBB bovendrijven. In Friesland slaat men die kap gelaten gade. Er is tevens veel informatie achterstand.

De zaagseltranen van Gaasterland
December en de maand januari zijn vooral de oogstmaanden in Gaasterland. In deze maanden trekken de medewerkers van Staatsbosbeheer (SBB) de bossen in dit gebied binnen om massaal en drastisch te kappen in de hectares bos die onder haar verantwoordelijkheid staan. Dit doet SBB niet vanwege het beheer van die bossen, maar hoofdzakelijk vanwege het verdienmodel dat deze organisatie heeft. Op haar eigen website (jaarverslag 2021) wordt aangegeven dat zij 77 miljoen uit eigen inkomsten genereert en dat is 34% van de totale inkomsten en meteen het leeuwendeel in vergelijking met wat de organisatie verder nog aan vnl. subsidies van rijk, provincies e.d. binnenharkt.
SBB is een staatsagentschap. Een dergelijk agentschap is een zelfstandig onderdeel van een ministerie dat een eigen beheer voert. Een agentschap heeft een eigen directie, een eigen begroting en een eigen financiële administratie die losstaan van de begrotingsadministratie van het ministerie waartoe het behoort. De minister is nochtans de hoogste baas en de ministeriële verantwoordelijkheid geldt onverminderd voor een agentschap. Een agentschap heeft doorgaans een ondersteunende of uitvoerende taak. In dit geval: naast bosbeheer zijn
natuurbeheer en landschapsbehoud in het landelijk gebied de belangrijkste taken. SBB is de grootste grootgrondbezitter van Nederland en beheert het zogenaamde groene erfgoed van Nederland, zo’n 270.000 hectare. Wie naar het organigram van deze club kijkt ziet wat een ontzaglijke moloch SBB is, een staat in de staat. Ze valt onder het ministerie van landbouw.
Wie in de buitengebieden woont, krijgt vooral te maken met het beeld van SBB als roofbouw organisatie die vooral grossiert in massale houtkap. En nu in 2022/23, ook gezien de energiecrisis, is de vraag naar hout enorm: voor timmerhout en houten constructies, voor biomassacentrales, pelletkachels, openhaarden en houtkachels. De houtkap, toch al enorm, is nu navenant gigantisch. Dwalend door de bossen van Gaasterland rijzen je de haren te berge. Lyklamabos, Elfbergenbos, Rijsterbos, prachtige wandel/fiets routes, bijv. tussen Bakhuizen en het Rijsterbos zijn zwaar gemutileerd. Die drastische kap heeft niets meer met onderhoud of conservering van het landschap te maken. Het gaat om geld verdienen; om maar eens een toepasselijke metafoor te gebruiken: de schoorsteen moet roken.
Frits van Beusekom, voormalig directeur van Staatsbosbeheer, is ernstig bezorgd over de manier waarop zijn organisatie tegenwoordig de Nederlandse bossen beheert. Staatsbosbeheer pleegt volgens hem roofbouw, sinds het geld moet verdienen. “Drie jaar lang heb ik de werkzaamheden gevolgd en afgezet tegen hun eigen Bosvisie, en andere (wettelijke) normen voor duurzaam bosbeheer. Wat doet Staatsbosbeheer, en wat staat er beschreven? Het matchte hoegenaamd nooit met elkaar. Voor mij is dat een teken aan de wand. Staatsbosbeheer is zo productiegedreven geworden, dat het bosbelang wordt veronachtzaamd. Een gevolg van de opgelegde marktwerking.” Zo is de bizarre situatie ontstaan dat een staatsagentschap aan concurrentievervalsing doet en in competitie is met commerciële houtkap bedrijven.
Sinds het tweede decennium van deze eeuw weet Staatsbosbeheer van wanten. Nederland heeft weinig bos, (en dit wordt steeds minder): 11% in vergelijking met België 22%, Duitsland 32% en Frankrijk 28% en toch wordt hier in Nederland massaal gekapt en er kwam ook veel burgerverzet tegen al die slecht gemotiveerde plannen. RTL nieuws bracht dit verzet al in beeld in april 2019. Trouw meldde in oktober van 2020 nog het verhaal van vogelkenner Bijlsma die zag hoe door massale kap in het Drents-Friese Wold van naaldbomen de roofvogels verdwenen. De Volkskrant meldde berekeningen van de Universiteit van Wageningen: er is in Nederland in vier jaar tijd (2013 – 2017) dik drieduizend hectare bos verdwenen. Een afname van 0,36 % per jaar,
percentueel een sterkere teruggang dan de ontbossing van het Braziliaanse Amazonewoud (0,24 %).
Na alle kritiek, die ook in de Tweede Kamer tot vragen leidde, probeert SBB in low profile uit de publieke belangstelling te raken, maar blijft er intussen lustig op los hakken en zagen. De minister overigens heeft niet fundamenteel ingegrepen, terwijl bomen toch een hoop CO₂ vastleggen en essentieel zijn voor de flora en fauna. Staatsbosbeheer is de facto een organisatie met een januskop: aan de ene kant een keihard bosbouwbedrijf en aan de andere kant profileert zij zich naar de burger als de hoeder van het groen, de bomen en de fauna, liefst met hulp van vrijwilligers, die nu juist de natuur als grootste drijfveer hebben om zich in het bos voor de natuur in te zetten. Laten we zaken eens op een rijtje zetten. De argumenten om massaal te kappen zijn veelal van economische aard; verdienmodel, bezuinigingen, aanleggen van asfalt, maar ook verkeersdoorstroming op bijvoorbeeld N-wegen. Het gaat in dit verband niet om bosbeheer maar om grootschalige kap. De argumenten die voor die massale kap – ook door gemeenten en provincies -veelal worden gebruikt zijn de argumenten die horen bij bosbeheer en ze worden beleidsmatig misbruikt: einde van de levensduur, ziek, verdringing, gevaar voor de omgeving, veiligheid, opening van het landschap voor de biodiversiteit, enz. Op zich geldige argumenten maar niet binnen de context van (deze) ongebreidelde kap. Nu gaat het immers om geld verdienen en niet om natuurbeheer en dat geldt ook voor het beleid van lagere overheden.
De argumenten om minder of niet te kappen worden ingegeven door conservering, natuurbehoud, minder milieubelasting (bossen die veel CO₂ vasthouden), biodiversiteit, het gedijen van dieren en planten en ook welbevinden voor mensen die van die natuur gebruik maken. ‘Groen’ werd door het planbureau van de leefomgeving al in 2017 juist genoemd in verband met de psychische gezondheid van mensen.
Het is jammer dat de Nederlandse overheid zo hardleers is en blijft doorgaan met het goedkeuren van massale kap door Staatsbosbeheer. Je kunt wel – en dat gebeurt – nieuw aanplanten, ( miljoenen nieuwe bomen volgen SBB) maar als je volwassen bomen kapt, die soms tussen de 50 en 150 jaar oud zijn, dan zijn die niet eenvoudig te vervangen. Nieuwe aanplant vergt minimaal 40 jaar, of meerdere generaties, voor er weer sprake is van echte bomen en bos. Eén van de eerste verdedigingsmechanismen van overheden tegen het verzet van de burgerij tegen bomenkap is: “Ja, bomen zijn emotie hè.”Als één van de initiatiefnemers van het verzet tegen de massale bomenkap in het Dr. Van Haeringenplantsoen in Nieuw Vennep in 2017 kwam dat zinnetje mij
heel bekend voor. Toen wij na veel vijven en zessen dan eindelijk eens aan tafel kwamen bij ambtenaren van de gemeente Haarlemmermeer (we waren tenslotte ongeorganiseerd verzet en daar praat je in principe niet mee), was dat zo ongeveer de openingszin met de bijbehorende meewarige glimlach: “Ja, bomen zijn emotie hè… “Met andere woorden: het is een inferieure beweegreden om in gesprek te gaan met beleidsambtenaren. Nu waren wij enigszins verbluft omdat we een hele reeks logische argumenten hadden om de gemeente te bewegen om niet tot kap
over te gaan, maar het ambtelijk kader probeerde ons meteen als onbenullen weg te zetten die, slechts gedreven door emoties, iets anders wilden dan zijzelf. Overigens heb ik niets tegen emoties, die sturen activiteit aan en daar is niets mis mee. Toch is het jammer dat dit argument altijd als eerste wordt gebruikt als het om bomenkap gaat. Het is de vaste aankeiler van het beleidskader van overheden om gesprekken in de kiem te smoren met mensen die massale bomenkap heel anders zien. Ik veronderstel dat Staatsbosbeheer zinnige dingen kan zeggen over bosbeheer en over geldige motieven om bomen te kappen vanwege bijvoorbeeld ziekte, verdringen van andere bomen en noem maar op.
Vast allemaal geldige argumenten, maar die staan in schril contrast met wat er werkelijk gebeurt in de bossen en verdere buitenomgeving. Het belang van bomen kan niet voldoende worden benadrukt als het om flora en fauna gaat. Overigens verliest Nederland op deze manier van onzorgvuldig beleid steeds meer natuurlijke habitat voor andere levende wezens. Veel ambtenaren en ook politici zijn het niet eens met het maatschappelijke geluid dat pro bosbehoud is. Ze willen nuancering, want we gebruiken zelf ook hout en in Nederland komt dat hout maar voor 8% uit eigen bos. Het klinkt als een argument van de Shell-directie: wij blijven olie boren want de klant wil blijven autorijden. De vervuiling is dus eigenlijk de schuld van de eindgebruiker en houtkap de schuld van huizenbouwers, meubelindustrie, houtkachelmakers en individuele afnemers.
Staatsbosbeheer is er inmiddels wel achter dat ze antipathie bij de burgerij opwekt. Bij mijn dwaaltochten over de Sallandse heuvelrug, waar waanzinnig gekapt werd, hingen banners met paaiende teksten over landschapsbehoud.Staatsbosbeheer gebruikt haar boswachters natuurlijk als mens- en natuurvriendelijk uithangbord en men probeert de recreant aan zich te binden
door activiteiten. In het jaarverslag 2021 in het hoofdstuk risicobeheersing, onder punt 6.3 worden zogenaamde risicodomeinen voor Staatsbosbeheer geïnventariseerd. Op nummer 1 staat maatschappelijk debat en reputatie/imagoschade. Men is zich inmiddels bewust van de slechte beeldvorming rondom haar optreden. De strategie is uitleggen en beter slijmen bij adviesraden en burgerij. Het laat zich raden. Het blijven ambtenaren natuurlijk. “Uitleggen” is de nieuwe schaamlap voor wanbeleid.

Terug naar de arme bossen in Gaasterland. Wij wonen nu twee jaar in het gebied en ik heb mij verbaasd over hoe weinig oppositionele geluiden ik hoor. Ik ben maar een inwijkeling uit de Randstad maar ik ken en hoor de Friese groepen niet die zich tegen Staatsbosbeheer e.a. teweer stellen. Er is in Friesland meer natuur dan in de Randstad, maar zonder burgerparticipatie en verzet zou dat wel eens rap af kunnen nemen. In het westen wordt vaak om elke boom gevochten en ik heb de indruk dat men het hier lijdzaam ondergaat. Als Gaasterland nog een beetje toonbaar moet blijven zal er wel meer weerwerk moeten worden geleverd, waarbij aangetekend dat het kleine neefje van SBB, het Fryske Gea, zich weleens wat meer uitgesproken sterk mag maken voor dit leefgebied, maar misschien verdienen ze ook flink bij door eigen houtkap. De Gaasterlandse bossen zijn al lang geen productiebossen meer, maar bij Staatsbosbeheer denkt men daar kennelijk heel anders over. Wij zijn het burgerinitiatief in Nederland veel dank verschuldigd. Het heeft er toe geleid dat de overheid (tegen heug en meug) soms heeft moeten toegeven
om idiote kap te staken. Van harte ging het nooit en een samenhangend vergezicht op het groen in Nederland is tot op heden niet geformuleerd. Laat staan dat men maatwerk voor het noorden kan leveren.
Ik mis de visie van het primaat van de natuur boven de economische belangen en wijs er overigens op dat ‘natuur’ an sich ook economie is, maar dat is een boodschap die de Nederlandse overheid zich in zijn algehele neo-liberale opvatting niet kan voorstellen, of erger nog, zich niet kan veroorloven.

Anne Stins, Oudemirdum

graag delen
6 reacties

Schrijf een bericht

Your email address will not be published.